For German readers: https://www.belgieninfo.net/die-menschheit-von-ihrer-besten-seite/
Deze nacht beleefde ik een merkwaardige muzikale ervaring. De Duits-Britse componist Max Richter voerde integraal zijn veelbesproken werk ‘Sleep’ uit in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal te Antwerpen. Een 8u durende compositie dat gebaseerd is op de neurologie van de menselijke slaap. Het publiek kreeg bedden om op te slapen. Het slaapliedje begon om middernacht. Ik probeer een brug te vormen tussen deze unieke beleving en vage bewoordingen. Het is moeilijk, bijna onmogelijk. Wat Richter deze nacht veroorzaakte is te intens, te persoonlijk, te kwetsbaar om uit te leggen. Taal schiet ruimschoots te kort om deze ervaring uit te leggen. Toch doe ik een bescheiden poging. Niet om de muzikale ervaring volledig te vatten. Wel om de waarde van deze beleving zichtbaar te maken. Het ongrijpbare een ietsepietsie beetje meer grijpbaar maken, .
Een impressie:
- Ik kom binnen. De groteske gewelven van de kathedraal intimideren me. Overal blauw licht. Ik zet me op mijn veldbed. Bed opmaken. Kussentje en slaapzak. Horloge uit. Gsm weg. Mijn buren liggen al in hun startpositie. Ze staren naar boven. Rond me kijkt iedereen met geduldige blikken naar het podium. ‘See you at the other side’ zegt Richter geamuseerd.
- Ik ben klaarwakker. Ik dompel me onder in de sferische pianoklanken, begeleid door dromerige ambient. Herinneringen aan de dag passeren in vlagen. Daarstraks nog brutale hiphop van Death Grips in Brussel. Nu vertraging. Stilstaan. Voelen in het moment. Twee extremen na elkaar. Het contrast kan niet groter zijn.
- Ik val even in slaap. De klankwereld verdooft. De geluiden worden zoetjesaan doffer en gaan dan over in een wereld die moeilijk te begrijpen valt. Ik geef me over. Ik voel mijn hartslag vertragen. Mijn adem stokt. Wakker blijven.
- Ik maak een wandeling in de kathedraal. Mensen slapen in diverse houdingen. Allemaal even kwetsbaar. Dieren in hun meest fragiele vertoning, vertrouwd op de overgave aan de muzikale geborgenheid. Ik voel verbondenheid. De muzikale schoonheid van totale weerloosheid.
- Ik zet me voor het podium. De koepel van de kathedraal is immens. Ik vraag me af hoe het moet zijn om te geloven in een God. Richter haalt een koffie. Bevreemdend kijk ik hoe hij zich terug op zijn stoel plaatst. Hij oogt moe, maar rustig. Ik voel bewondering.
- Ik lig terug in bed. Ik voel me melancholisch. De kathedraal is donker. De klanken komt intenser binnen dan ik had gedacht. Ik smaak zoet verdriet. Verdriet met een suikerrand. Een vrouwelijke neuriënde stem geeft geborgenheid. De geluiden bieden troost. De klankrijke zwarte kant van de maan.
- Ik kijk naar een schilderij van Rubens. De verf oogt helderder dan voordien. Ik raak gefascineerd door de intense kleuren. Klanken begeleiden de beelden. Christus ziet er kwetsbaar uit. Arme man.
- Ik ga even naar buiten. Naar toilet. De Handschoenmarkt ligt er verlaten bij. De lounge muziek in het toilet geeft het gevoel dat ik in een film van David Lynch rondloop. Mijn zintuigen werken beter dan voordien. Mijn oren vangen elke klank gedetailleerd op. Ik wil hier nu niet zijn. Ik ga snel terug naar binnen. Het werkt verslavend.
- Ik word abrupt wakker door een stem. Ik ben verward. Ik weet totaal niet meer hoe laat het is. Volledige tijdloosheid. Kairos neemt het over van Chronos. De tijd is hoorbaar, maar niet zichtbaar. De perceptie van tijd verkruimelt en valt uit elkaar. Ik beweeg zachtjes heen en weer op het ritme van de beat. Ik kijk rond. Bijna iedereen slaapt of ligt neer. Een merkwaardig beeld. Muzikale wu wei in de praktijk. Het muzische niet-doen. Voelen. Slapen. Dromen. Leven. Zijn.
- Ik slaap een langere tijd. Ik bevind me in een vage grenswereld tussen lichte slaap en remslaap. Ik begin te dromen. Het is een lucide droom. Ik droom dat ik wakker word tijdens het concert. Ik wandel rond. Ik ontmoet allerlei bekenden. Het is vredig. Meditatief. Rustgevend. Alles klopt.
- Ik word echt wakker. Aan het podium zitten meer mensen dan voordien. Verzonken in gedachten. Ik zet me erbij. Het laatste uur gaat in. De climax nadert. Het daglicht breekt door. Ik geeuw van ontspanning. Mensen staren. Ik staar mee. Alles voelt veilig. Liefdevol.
- Het is 8u. Richter stopt exact op het juiste moment. Ik hoor de klokken luiden. Vogels fluiten. Het is muisstil. Ik krijg kippenvel. Niemand blijft onbewogen. Ik zie mensen huilen. Anderen lachen of geven elkaar een knuffel. En dan: luid applaus. Eenmaal. Tweemaal. Driemaal. Richter en zijn muzikanten stappen het podium op én af. Telkens opnieuw worden ze onthaald als helden. Het moet ergens eindigen. Ik voel de smart over het feit dat het moment niet eeuwig te grijpen valt. Een oefening in sterven. Ik voel diep verdriet, gevolgd door intens geluk. De schoonheid van kwetsbaarheid.
- Mensen verlaten schoorvoetend de kathedraal. De meesten willen blijven. De ervaring rekken, al is het maar voor eventjes. Maar kort of lang, om een vorm van betekenis te kunnen krijgen, moet de muziek ooit stoppen. Ik leg me erbij neer. Ik overdenk mijn leven. Ik neem me voor om vaker stil te staan, te vertragen. Ik besef dat er een bezinningsnacht is gepasseerd, één van de mooiste nachten uit mijn leven. Een muzikale religieuze ervaring.
- Ik wandel naar buiten. Ik voel me moe en voldaan. Er is weemoed, maar ik ben dankbaar. Er ontstaat opnieuw verbondenheid. Twee onbekenden nodigen me uit om te gaan ontbijten. Terwijl we langzaam wegstappen van de kathedraal denk ik aan de slotpassage uit mijn boek ‘Klank’: ‘Woorden geven uitdrukking aan de muzikale beleving, maar alleen de volheid van de muzikale ervaring doet de waarde van de muziek geen onrecht aan. Terwijl we verwonderd luisteren blijft de onvertaalbare rijkdom van de muziek op ons inwerken. Als een slotakkoord dat blijft nazinderen.’ Het concert van Max Richter zindert stevig na. En dat zal nog een tijdje blijven duren. Dank.
Geef een reactie